Genesis 39:6

SVEn hij liet alles, wat hij had, in Jozefs hand, zodat hij met hem van geen ding kennis had, behalve van het brood, dat hij at. En Jozef was schoon van gedaante, en schoon van aangezicht.
WLCוַיַּעֲזֹ֣ב כָּל־אֲשֶׁר־לֹו֮ בְּיַד־יֹוסֵף֒ וְלֹא־יָדַ֤ע אִתֹּו֙ מְא֔וּמָה כִּ֥י אִם־הַלֶּ֖חֶם אֲשֶׁר־ה֣וּא אֹוכֵ֑ל וַיְהִ֣י יֹוסֵ֔ף יְפֵה־תֹ֖אַר וִיפֵ֥ה מַרְאֶֽה׃
Trans.wayya‘ăzōḇ kāl-’ăšer-lwō bəyaḏ-ywōsēf wəlō’-yāḏa‘ ’itwō mə’ûmâ kî ’im-halleḥem ’ăšer-hû’ ’wōḵēl wayəhî ywōsēf yəfēh-ṯō’ar wîfēh marə’eh:

Algemeen

Zie ook: Aangezicht, Gelaat, Hand (lichaamsdeel), Jozef (zn v. Jakob), Kennis, Geleerd, Schoonheid (v. mannen)

Aantekeningen

En hij liet alles, wat hij had, in Jozefs hand, zodat hij met hem van geen ding kennis had, behalve van het brood, dat hij at. En Jozef was schoon van gedaante, en schoon van aangezicht.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יַּעֲזֹ֣ב

En hij liet

כָּל־

alles

אֲשֶׁר־

wat

ל

-

וֹ֮

-

בְּ

-

יַד־

hand

יוֹסֵף֒

hij had, in Jozefs

וְ

-

לֹא־

hem van geen

יָדַ֤ע

kennis had

אִתּוֹ֙

zodat hij met

מְא֔וּמָה

ding

כִּ֥י

behalve

אִם־

-

הַ

-

לֶּ֖חֶם

van het brood

אֲשֶׁר־

dat

ה֣וּא

-

אוֹכֵ֑ל

hij at

וַ

-

יְהִ֣י

was

יוֹסֵ֔ף

En Jozef

יְפֵה־

schoon

תֹ֖אַר

van gedaante

וִ

-

יפֵ֥ה

en schoon

מַרְאֶֽה

van aangezicht


En hij liet alles, wat hij had, in Jozefs hand, zodat hij met hem van geen ding kennis had, behalve van het brood, dat hij at. En Jozef was schoon van gedaante, en schoon van aangezicht.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!